Land- en tuinbouwmechanisatie
Finaliteit arbeidsmarktgericht
Domein land- en tuinbouw

Inhoud | De leerling leert land- en tuinbouwmachines, die worden aangewend binnen de land- en tuinbouwsector en/of groensector, bedienen, controleren, afstellen en onderhouden. Hij verwerft rijvaardigheid en bekwaamheid om allerlei landbouwvoertuigen te besturen zowel op de openbare weg als op privéterreinen. Hij is in staat om werkopdrachten, zelfstandig (individueel en zonder begeleiding) uit te voeren. Dit houdt in dat de leerling de werkopdrachten zelfstandig kan voorbereiden, plannen, uitvoeren en het eindresultaat kan evalueren.
Leerlingprofiel | De leerling moet voldoen aan de instapvereisten van een 3de leerjaar van de 3de graad bso. Het specialisatiejaar land- en tuinbouwmechanisatie is toegankelijk voor leerlingen afkomstig uit volgende studierichtingen: 3de graad bso Landbouw*, 3de graad bso Tuinbouw en groenvoorziening*, 3de graad tso Dier- en landbouwtechnische wetenschappen*, 3de graad tso Planttechnische wetenschappen*, 3de graad tso Natuur- en groentechnische Wetenschappen*, 3de graad tso Biotechnische wetenschappen: mits praktische ervaring met land- en tuinbouwmachines. De leerling die deze ervaring nog niet heeft, dient zich bij te werken in het uitvoeren van land- en tuinbouwwerkzaamheden met land- en tuinbouwmachines, 3de graad tso Autotechnieken **, 3de graad bso Auto**, 3de graad bso Tweewielers en lichte verbrandingsmotoren**. Leerlingen uit andere studierichtingen kunnen enkel instromen mits een gunstig advies van de toelatingsklassenraad.
* De leerlingen, afkomstig uit één van deze richtingen, bezitten competenties op gebied van bedienen, afstellen en onderhouden van land- en tuinbouwmachines die voorkomen op een doorsnee land- en tuinbouwbedrijf in Vlaanderen. Ze zijn bekwaam om land- en tuinbouwwerkzaamheden met land- en tuinbouwmachines uit te voeren op het eigen bedrijf. Ze bezitten weinig of geen ervaring met land- en tuinbouwmachines die behoren tot het loonwerk in de land- en tuinbouwsector.
** Leerlingen afkomstig uit één van deze richtingen dienen zich bij te werken in het uitvoeren van land- en tuinbouwwerkzaamheden met land- en tuinbouwmachines.
Toekomst | Na het beëindigen van het specialisatiejaar stroomt de leerling door naar de arbeidsmarkt als: gespecialiseerde bediener van landbouwvoertuigen en land- en tuinbouwmachines bij een mechanisatiebedrijf binnen de land- en tuinbouwsector en/of de groensector; gespecialiseerde bediener van landbouwvoertuigen en -machines bij openbare diensten zoals stedelijke en provinciale groendiensten; gespecialiseerde bediener van landbouwvoertuigen en -machines bij een aannemersbedrijf binnen de land- en tuinbouwsector, groensector of openbare werken.
Lessentabel
Leerjaar | III3 | |
---|---|---|
Basisvorming | 12 | |
Engels | 1 |
|
Frans | 2 |
|
Godsdienst | 2 |
|
Lichamelijke opvoeding | 2 |
|
Project Algemene Vakken | 4 |
|
Wiskunde | 1 |
|
Specifieke vorming | 20 | |
Toegepaste economie | 1 |
|
Land- en tuinbouwmechanisatie | 19 |
|
stage (1 dag per week + 2 weken) | ||
32 |