Plant, dier en milieu is een praktische richting in de arbeidsmarktfinaliteit. Leerlingen verkennen het studiegebied land- en tuinbouw binnen de contexten van plant en milieu, dier en milieu en mechanisatie en techniek. Ze verwerven de basiskennis en de basisvaardigheden door het zelf beleven en uitvoeren van taken in een groene omgeving, het omgaan met en verzorgen van planten en dieren en hebben daarbij aandacht voor dierenwelzijn en gezondheid, economisch en duurzaam handelen.

De leerlingen Plant, dier en milieu zijn sterk in het leren binnen de concrete contexten eigen aan het studiedomein en de studierichting. Via concrete contexten verwerven ze basis-theoretische inzichten. Zij leren binnen een afgebakende en veilige leersituatie geleidelijk meer autonoom functioneren en zijn in staat effectieve handelingen te stellen om concrete uitdagingen aan te pakken. Fijn-motorische vaardigheden helpen leerlingen om tot realisaties in de praktijk te komen. Ze gaan praktisch aan de slag met planten en dieren binnen de brede agrarische context. Ze ontwikkelen technische vaardigheden om duurzaam, plant- en diervriendelijk te handelen binnen de context van land- en tuinbouw.